Home Starten Bedrijfsvoering Marketing Ontwikkelen Netwerken Forum
Home
 
U bent hier: Home Bedrijfsvoering Verzekeringen Pensioen

Pensioen

Als zelfstandig ondernemer bouw je niet automatisch een pensioen op, zoals je als werknemer in loondienst wel doet. Veel zelfstandigen reserveren in het begin helemaal niets. Ze hebben al niet zoveel te besteden en als ze wel geld overhouden stoppen ze dat liever in hun eigen bedrijf.

In het begin van je onderneming is het ook nog niet zo erg als je geen oudedagsvoorziening hebt, zeker als je nog jong bent. Natuurlijk is het verstandig om er vroeg bij te zijn, maar misschien zijn er andere prioriteiten (zoals noodzakelijke investeringen) die al een groot deel van je inkomen vergen. Maar je moet wel beseffen dat je na een paar jaar wel degelijk maatregelen moet nemen. Want tenzij je op een riante erfenis rekent, heb je als je niets regelt vanaf je 65e alleen recht op de AOW, een uitkering die 70 procent van het wettelijke minimumloon bedraagt. Dat is net genoeg om van rond te kunnen komen, maar een luxe leven leiden is er dan niet bij. Bovendien weet je niet zeker of de hoogte van de AOW in de toekomst nog verandert. Misschien daalt die wel en moet je letterlijk op een houtje bijten. En wie weet krijg je de AOW dan ook niet meer vanaf je 65e, maar pas bij 67 jaar, of nog later, bij 70 jaar. Daarom is het belangrijk om als ondernemer zelf voor een aanvulling op je pensioen te zorgen.

Hoeveel is de AOW?

De AOW-bedragen in 2006: Eén gehuwde of samenwonende:

€  8.096,52 per jaar bruto (incl. vakantiegeld) 

Alleenstaande:

€ 11.830,68 per jaar bruto (incl. vakantiegeld)

Alleenstaande met kind jonger dan 18

€ 14.684,76 per jaar bruto (incl. vakantiegeld)

Deze bedragen zijn exclusief de tegemoetkoming aan AOW-gerechtigden van  € 115,92 per jaar.

Hoe kun je zorgen voor een goed pensioen?

Er zijn veel manieren om geld voor later te reserveren. Elke vorm heeft zijn voor- en nadelen. Je kunt kiezen voor één optie, maar je kunt ook besluiten om je geld te verspreiden over meerdere vormen.

De verschillende vormen:

  • Lijfrenteverzekering.
  • Spaarrekening.
  • Eigen huis / onroerend goed.
  • Beleggen.
  • Fiscale Oudedagsreserve (FOR).
  • Bedrijf verkopen.

1. Lijfrenteverzekering

Als zelfstandige kun je in plaats van pensioenopbouw kiezen voor een van de vele lijfrenteverzekeringen. Een lijfrente is in eerste instantie een bedrag dat je aan een verzekeringsmaatschappij geeft. Dit kan in termijnen (van bijvoorbeeld een maand), maar je kunt ook besluiten eenmalig een bedrag te storten (dit heet een koopsompolis). De verzekeringsmaatschappij trekt eenmalige kosten af van het bedrag en belegt het geld dan voor je in aandelen, obligaties, onroerend goed, liquide middelen of in een mix van beide. Je kunt meestal zelf aangeven hoeveel risico de bank mag nemen met je geld. Afhankelijk van je keuze is er vervolgens sprake van een gegarandeerd kapitaal.

Gemiddeld behaal je ongeveer vier tot twaalf procent rendement. Neem je weinig tot geen risico, dan weet je vrijwel zeker dat je een bepaald bedrag overhoudt. Het rendement is dan meestal laag: vier tot vijf procent. Als je veel risico neemt is dat niet het geval. Je weet niet zeker wat je overhoudt, maar gemiddeld is het rendement hoger: acht tot twaalf procent.

Je kunt je premie elk jaar van de belasting aftrekken, waardoor je een belastingvoordeel hebt. De fiscus berekent de maximale premieaftrek aan de hand van je inkomsten van het voorgaande jaar.

Uitkeren lijfrente

Als je je 65e levensjaar gehaald hebt (let ook op de voorwaarden bij tussentijds overlijden, soms is er sprake van een uitkering van 70 procent, soms van partnerpensioen en soms is al je geld weg) vertelt de maatschappij jou hoeveel geld ze precies voor je opgepot hebben. Daarna kun je bij die verzekeringsmaatschappij afspreken hoe ze dat aan je uitbetalen.

Je kunt besluiten een hoop op te maken in enkele jaren, en daarna met minder te doen tot aan als aanvulling op je AOW. Je kunt zo'n uitkering per maand of per kwartaal krijgen en de verzekeringsmaatschappij houdt daar belasting op in. Vaak is het slim om je boekhouder te raadplegen wat voor jou het meest gunstig is.

Tip: vraag meerdere offertes aan. De voorwaarden kunnen enorm verschillen per situatie (afhankelijk van begin- en eindleeftijd, inleg, risicobereidheid, enzovoorts).

2. Spaarrekening

Sparen was lange tijd erg impopulair vanwege alle beurssuccessen, maar sinds een hoop (dotcom-)bedrijven over de kop zijn gegaan wordt er weer wat anders tegen sparen aangekeken. De meeste belastingadviseurs zullen het je niet aanraden, maar sparen heeft voordelen: je loopt geen financiële risico’s, je bepaalt zelf hoeveel je spaart en je kunt altijd over je geld beschikken. Nadeel is wel dat de rente aan de lage kant is.

Tip: als je niet tussentijds je geld wilt opnemen, kun je kiezen voor een deposito. Dat is een rekening met een hogere rente met beperkingen aan de opname. Als je geen beperkingen wilt, neem dan een internetspaarrekening. Over het algemeen krijg je daarop de meeste rente.

3. Eigen huis / onroerend goed

Het bezit van een eigen huis of ander onroerend goed kan een goede pensioenvoorziening zijn. Je lost je hypotheek geleidelijk af en daardoor wordt je huis steeds meer je eigendom. Na je 65e kun je dan als het ware je huis 'opeten' 'tot het moment je komt te overlijden.

Tip 1: Als je de beslissing neemt om later van de opbrengst van je huis te leven, vergeet dan niet dat de plek van het huis vaak doorslaggevend is voor de toekomstige waarde. Een goede plek met een oud krot is vaak nog beter dan een geweldig huis op een slechte plaats.
Tip 2: Twijfel je tussen het huren of kopen van een huis? Voor huren krijg je in de toekomst wellicht weinig terug, maar vergeet ook niet dat een eigen huis naast de hypotheek ook veel kosten met zich meebrengt. Onderhoud, verzekering, belasting…het moet allemaal worden betaald. Reserveer daar ongeveer 2 procent van de koopsom per jaar voor.

4. Beleggen

De beurs op. Beleggen kun je zo ingewikkeld en zo risicovol maken als je zelf wilt. Je kunt het werk overlaten aan beleggingsfondsen en achterover leunen, maar je kunt ook zelf de koersen volgen, kopen en verkopen, en noem maar op. Beleggen is risicovoller dan sparen omdat de koersen niet alleen maar omhoog maar ook omlaag kunnen gaan. Het voordeel van beleggen is wel dat het over het algemeen op lange termijn veel meer rendement oplevert dan sparen. 

Tip: Als je jong bent kun je meestal meer risico lopen omdat het moment van pensioneren nog ver weg is. Je kunt dan dus meer geld gaan beleggen. Als je wat ouder bent moet je dat niet meer doen, want je hebt dan een veel kortere periode om te zorgen voor een oudedagsvoorziening. Een bekende vuistregel is het getal 100 nemen en daar je leeftijd van aftrekken. Wat overblijft is het percentage van je vermogen dat je kunt beleggen.

5. Fiscale Oudedagsreserve (FOR)

Door gebruik te maken van de FOR kun je jaarlijks een gedeelte van de winst bestempelen als oudedagsreserve. Je hoeft hier dan geen belasting over te betalen. Later, bij het beëindigen van je bedrijf, moet je wel belasting betalen over dit bedrag. Dat is vrijwel altijd minder dan het moment dat in het jaar waarin je dat geld verdiende.

Ik wil meer weten over de FOR...

Pas op: met de FOR alleen heb je nog geen oudedagsvoorziening! Wel heb je via het belastingvoordeel geld vrijgemaakt dat je kunt gebruiken voor bijvoorbeeld de aankoop van lijfrenten, beleggingen, enzovoorts.

6. Bedrijf verkopen

Als je een goedlopend bedrijf hebt en iemand anders is in staat om het zonder al te veel moeite over te nemen, kan dat veel opleveren bij het beëindigen ervan. Als een starter op die manier meteen veel omzet kan draaien zal hij daar waarschijnlijk wel wat voor over hebben. Helaas is het moeilijk om de precieze waarde van je bedrijf van tevoren te bepalen, zeker als je nog jong bent. En er is geen enkele garantie dat je bedrijf inderdaad veel geld zal opleveren als je 65 bent geworden. Veel dienstverlenende bedrijven leveren sowieso niet veel geld op, omdat het niet echt gemakkelijk is om een netwerk van relaties over te nemen.

Pensioen in een BV

Naast de AOW-uitkering is er voor zelfstandige ondernemers in een BV de mogelijkheid om een oudedagsvoorziening bij elkaar te sparen in eigen beheer. Er wordt dan een voorziening als passiva op de balans opgenomen. Hoe dit in zijn werk gaat, kun je het beste aan je belastingadviseur vragen. Die kan ook berekenen wat voor jouw situatie het meest gunstige is.

Bronnen

  • Website van de Belastingdienst.
  • Handboek Freelancen.
  • Inhoudelijk adviseur: RAAD Amsterdam.

                        Auteur: Niels Arts

https://www.lancelots.nl/bedrijfsvoering/verzekeringen/pensioen Sitemap © Copyright Applinet 2004-heden ColofonAdverteren