Elevator pitch maken
Met het beantwoorden van onderstaande vragen ontstaat een goede elevator pitch.
Deze boodschap moet uitdragen welk soort werk je op dit moment het liefst doet en dat je graag in de toekomst méér wilt doen. Daarom begint de lijst met vragen over je werkervaringen in het recente verleden. Reflecterend op wat je hebt gedaan, kom je tot een overtuigende pitch.
Vul de volgende vragen in. Met de pitch die je volgens deze stappen opbouwt, wordt het netwerken gemakkelijker.
Maak je eigen elevator pitch
1. Maak een lijstje van alle taken of soorten klussen die je het afgelopen jaar voor opdrachtgevers hebt gedaan. Voorbeelden: teksten geschreven, onderzoek gedaan, ontwerp gemaakt.
Het afgelopen jaar heb ik:
2. Lees de lijst nog eens na. Aan welke drie taken heb je de meeste uren besteed?
Ik heb de meeste uren besteed aan:
3. Doe je ogen dicht en probeer die activiteiten opnieuw te beleven. Bij welke activiteit voel jij je het lekkerst?
Ik voel me het lekkerst bij:
4. Schrijf op wat je precies voelt.
Bij deze taak voel ik me (uitgedaagd, zelfverzekerd, geconcentreerd, vergeet de tijd...):
5. Schrijf op wat je in deze taak precies hebt gedaan, in zinnen en woorden die iemand die niets van jouw sector weet kan begrijpen.
Ik heb....
6. Schrijf op wie de opdrachtgever was voor wie je deze taak hebt gedaan. Noem de naam en zeg in één woord wat voor instelling het is (bank, uitgeverij, aannemer, softwarebouwer).
Ik heb het werk gedaan voor:
7. Schrijf op welke feedback je van de opdrachtgever hebt gehad en van mensen met wie je gewerkt hebt.
Mijn opdrachtgever vond dat ik...
Een collega vond dat ik...
8. Maak nu een tekst waarin je je antwoorden op 4, 5, 6 en 7 combineert. Let niet op de lengte. Begin met de taak, dan je beleving en vervolgens je doelgroep.
Wat ik goed kan is...
Ik geniet daarvan omdat...
Ik doe dat graag voor:
Tip: MS Word kan woorden tellen: Bestand > Eigenschappen > Statistiek
9. Breng nu je tekst uit 8 terug naar 100 woorden. Een lengte van 100 woorden is circa 40 seconden.
10. Nu de lengte van je pitch goed is, ga je schaven aan de formulering. Check je tekst op de volgende punten:
- Komen er zinnen in voor van meer dan twaalf woorden? Maak ze korter.
- Heb je zinnen met veel werkwoordsvormen achter elkaar, bijvoorbeeld ‘ik zou willen gaan werken’. Dat vervang je door ‘ik wil werken’.
- Heb je een passieve zin, bijvoorbeeld ‘ik word gevraagd’? Vervang door een actieve zin met een onderwerp. ‘De klant vraagt’
- Vertel je in het ‘nu’ of in het verleden of in de toekomst? Maak van elke werkwoordsvorm tegenwoordige tijd.
- Komen er mensen in je verhaal voor of heb je het alleen over dingen? Laat mensen meedoen, collega’s, gebruikers enzovoort.
- Gebruik je voorzichtigheidswoorden en afzwakkers als ‘misschien’, ‘een beetje’, ‘eventueel’? Schrap ze.
- Kun je zien, ruiken, proeven of horen wat je doet? Zo nee, gebruik dan meer details die je werk concreter en specifieker maken. Geef een kort voorbeeld dat iedereen in zijn eigen wereld kan plaatsen. Niet ‘een instructieve tekst’ maar ‘een korte handleiding om je broodbakmachine te programmeren’
- Komen er Engelse woorden in voor die buiten je sector onbekend zijn? Vervang ze door Nederlandse.
11. Nu je je tekst hebt bijgeschaafd, volgt de luistertest. Lees hem eerst een keer voor jezelf voor. Is hij moeilijk te onthouden of voelt hij kunstmatig of niet zoals jij bent? Probeer er achter komen waar dat aan ligt.
12. Spreek hem nu in als je een microfoon hebt aan je pc (Start > Programma's > Accessoires > Entertainment > Geluidsrecorder). Zo nee, kijk dan of je mobiel een opnamefunctie heeft en spreek hem in. Luister terug. Check het aantal seconden. Is hij langer dan 60 seconden? Probeer dan nog iets te schrappen.
13. Vind je hem zelf goed, probeer hem dan op iedereen uit die een beetje weet wat jij doet. Verzamel al het commentaar. Laat hem een paar dagen liggen en schaaf een laatste keer bij.
14. Nu heb je nog een korte, samenvattende zin nodig. Je allerkortste pitch. Vat je verhaal samen in één zin.
Ik maak/schrijf/leid...project of product X voor klant Y met hulpmiddel Z.
Je bent klaar voor het strijdperk.
Auteur: Isabelle Langeveld