Home Starten Bedrijfsvoering Marketing Ontwikkelen Netwerken Forum
Home
 
U bent hier: Home Ontwikkelen Samenwerken Training intervisie Intervisiegroep opzetten

Intervisiegroep opzetten

Waar te beginnen?

Je kunt je aansluiten bij een bestaande intervisiegroep of er zelf een opzetten. Het kan geen kwaad om eerst een keer op bezoek te gaan bij een geoefende intervisiegroep. Dat is zeker zo als je met een aantal onervaren deelnemers een nieuwe groep opzet.

Met wie wil jij in een intervisiegroep zitten? Met vakgenoten of juist met freelancers van een andere beroepsgroep? Wil je per se met mensen uit de regio in een groep deelnemen? Wil je dat de groep bestaat uit alleen beginners, alleen ervaren mensen of juist een gemengde samenstelling?

Maak je wens om een intervisiegroep te beginnen kenbaar op het forum of prikbord van de beroepsvereniging waarvan je lid bent. Bijvoorbeeld het Lancelotsforum. Of bel en mail eens rond in je eigen netwerk.

De eerste bijeenkomst

De eerste bijeenkomst is een kennismaking en inventarisatie van de verwachtingen.

De agenda:

  • Een inventarisatie van wat de deelnemers verwachten van intervisie.
  • Het maken van afspraken. Jullie kunnen overwegen om een intervisiecontract op te stellen (zie beneden).
  • Welke werkproblemen willen jullie als eerste aanpakken? Maak hierbij gebruik van de uitkomsten van Wat wil je inbrengen.

Opdracht voor de eerste bijeenkomst

  1. Noem drie sterke en drie zwakke kanten van je functioneren. Bijvoorbeeld: "Ik kom altijd deadlines na." Of: "de communicatie met opdrachtgevers kan beter."
  2. Wat betreft de sterke kanten: hoe kun je deze optimaal benutten en verder ontwikkelen?
  3. Wat betreft de zwakke kanten: wat ligt aan jou en wat ligt aan de situatie, bijvoorbeeld het soort opdrachtgever? Wat is veranderbaar en wat kun je niet veranderen?
  4. Wat zijn je idealen en doelstellingen?

Bespreek de antwoorden op deze vragen met elkaar. Welke thema's komen bij meerdere leden terug? Deze geven een indicatie voor het soort cases dat de groep wil bespreken. Maak een prioriteitenlijst waar jullie aan willen werken.

Afspraken

Maak tijdens de eerste bijeenkomst afspraken over de volgende punten:

  • Bepaal welke soorten inbreng behandeld worden. Welke vragen horen wel en welke niet binnen het bereik van de intervisiegroep? Doe dit op basis van de prioriteitenlijst die voort is gekomen uit de inventarisatie van ieders doelstellingen, en de keuze van de interventiediepte. Lees hierover meer op de pagina Jouw inbreng in intervisie. Spreek ook af of urgente kwesties voorrang krijgen.
  • Maak een rolverdeling voor de komende bijeenkomsten. Wie is de voorzitter, worden er notulen gemaakt? Hoe rouleren de rollen? Aan wie wordt afwezigheid gemeld?
  • Plan alvast een aantal bijeenkomsten.
  • Kies voor een werkvorm. In eerste instantie waarschijnlijk het standaardmodel. Maar misschien wil je op termijn ook een andere werkvorm gebruiken.
  • Spreek af dat alles wat je bespreekt binnenskamers blijft.

Het is, zeker in het begin, belangrijk om je strak aan de werkvorm te houden. Je hebt dan een leidraad die voorkomt dat je afdwaalt. Na verloop van tijd beheers je de werkvorm beter en word je losser.

Als deze afspraken goed blijken te werken, kunnen ze na verloop van tijd worden vastgelegd in een intervisiecontract. Niet elke intervisiegroep doet dit echter.

Een standaardmodel

Er zijn veel werkvormen voor intervisie (zie Intervisie voor gevorderden). De meest gebruikte vorm is het standaardmodel. Dit is een geschikte werkvorm voor de eerste intervisiebijeenkomst. Het is namelijk een heldere en goed gedocumenteerde werkvorm.

Het standaardmodel bestaat uit de volgende stappen:

De stappen

Een voorbeeld: de tekstschrijver

1. De introductie van de kwestie. De inbenger (vraagsteller) introduceert zijn case en stelt aan de hand daarvan een vraag.

Bij een freelance tekstschrijver werd onlangs een leuke opdracht de dupe van andere, gelijktijdige en dringende opdrachten. Hij voelt zich schuldig tegenover de opdrachtgever en vraagt wat hij kan doen om dit in de toekomst te voorkomen.

2. Verkenning van de kwestie. De overige deelnemers stellen om de beurt een of twee vragen om het probleem te verhelderen. De groepsleden stellen open vragen, luisteren goed en vatten af en toe samen.

Vragen die gesteld worden:

  • "Wat hield de opdracht in die onder op de stapel kwam?"
  • "Om wat voor soort opdrachten gaat het?"
  • "Wie zijn de opdrachtgevers?"
  • "Hoe verdeel je de tijd tussen de opdrachten?"
  • "Welke opdrachten vind je het meest interessant?"

3. Formulering van de kernvraag. De groep besluit welk aspect van het probleem eruit gelicht en geanalyseerd zal worden. De groep geeft dus aan wat het probleem is, of welk aspect het belangrijkst is. In deze fase worden er nog geen adviezen of oordelen gegeven!

 

Uit de eerste verkenning blijkt dat de opdrachten die vaak onder op de stapel komen, klussen zijn waarbij de vragensteller weinig sturing en feedback krijgt van de opdrachtgever. In overleg wordt besloten dat deze kwestie centraal zal staan bij de volgende stappen.

4. Analyse van de kernvraag. De kernvraag wordt van alle kanten belicht. De groepsleden vragen door op de omstandigheden. Ze informeren niet, zoals in stap 2, alleen naar feiten. Er wordt ook, gezocht naar achtergronden. De deelnemer wordt door reflectieve vragen gestimuleerd om actief mee te denken.

 

De groepsleden vragen door op de kwestie waarom sturing belangrijk is voor de vragensteller. Hieruit blijkt dat de vragensteller soms problemen heeft met zelfdiscipline. Anderzijds bloeit hij op als hij intensief contact heeft met opdrachtgever en collega's.

5. Bespreken van nieuwe inzichten. De inbrenger is weer aan zet. Hij of zij geeft aan wat hij heeft geleerd van het proces. Wellicht is de vraag voldoende beantwoord omdat hij een belangrijk nieuw inzicht heeft gekregen. Als hij nog met een kwestie zit, kan hij in deze fase ook om advies vragen aan de groep.

De inbrenger geeft aan dat hij zich realiseert hoe belangrijk samenwerking eigenlijk voor hem is. Hij wil in de toekomst meer op zoek naar opdrachten waar dit mogelijk is. Anderzijds wil hij zich verdiepen in technieken om zonder sturing van anderen gedisciplineerd te werken.


Het standaardmodel heeft overigens ook weer varianten. Soms wordt een inbreng schriftelijk ingediend en bereiden de deelnemers zich voor. Stap 3 is soms niet opgenomen omdat er alleen wordt uitgegaan van de vraag die de inbrenger bij stap 1 heeft gedaan.

Rolverdeling

Maak afspraken over de rolverdeling en let op dat je daarin rouleert. Spreek ook van te voren af wie iets in gaat brengen.

Gespreksleider

Wat doet de gespreksleider? Het bewaken van de werkvorm is zijn belangrijkste en lastigste taak. De gespreksleider heeft een belangrijke rol bij het voorkomen van impasses. Het is vooral belangrijk dat hij deze signaleert, er hoeft niet per se een lange discussie aan gewijd worden. Bijvoorbeeld: "Monique, je stelt je vraag op een suggestieve manier. Kun je de vraag anders formuleren?"

Checklist gespreksleider

  • Je voorkomt dat er vooruit wordt gelopen op een volgende fase. Je moet de deelnemers af en toe afremmen: "Alleen nog open vragen in deze fase, geen adviezen!"
  • Als gespreksleider zorg je dat de deelnemers op een goede manier vragen stellen en feedback geven. Je zorgt dat de inbrenger zich ook aan de regels houdt.
  • Af en toe vat je samen wat er gezegd is. Je beëindigt de bijeenkomst desgewenst met een rondvraag en evaluatie.
  • Doorgaans ben je als gespreksleider ook verantwoordelijk voor organisatorische zaken zoals het afhandelen van afzeggingen.

De Inbrenger

Als inbrenger bereid je je werk voor (Lees meer op de pagina Wat wil ik inbrengen en hoe bereid ik dit voor?). Je zorgt voor een schets van een concrete situatie die je zelf hebt meegemaakt. Dit hoeft niet altijd een ernstig probleem te zijn.

De overige deelnemers

De overige deelnemers nodigen de inbrenger uit om zijn probleem te onderzoeken. Ze nodigen hem uit om te reflecteren en tot nieuwe inzichten te komen. Een inbrenger is terughoudend met het geven van advies ("Als ik jou was ... "). Als het advies gegeven wordt voordat er echte helderheid is over de situatie, zal de inbrenger waarschijnlijk zeggen: "Ja, dat heb ik al geprobeerd".

De verslaglegger

Niet alle intervisiegroepen doen aan verslaglegging. Toch is het een nuttige activiteit. Het helpt om de draad weer op te pakken bij een volgende bijeenkomst. Iets vastleggen zorgt er ook voor dat je het beter onthoudt. Door het archief dat wordt opgebouwd, kan gezien worden hoe de intervisiegroep zich ontwikkelt in de loop der tijd.

Checklist: wat legt de verslaglegger vast:

  • De afspraken, zoals de datum voor een volgende bijeenkomst.
  • De case die besproken is.
  • De feedback op de case door de verschillende deelnemers.
  • De evaluatie: welke nieuwe inzichten zijn er ontstaan? Wat gaven de inbrenger en andere deelnemers aan dat ze geleerd hebben?
  • Ideeën voor onderwerpen voor volgende bijeenkomsten.

Succes met de eerste intervisiebijeenkomst!

Welke werkvormen kun je uitproberen? Welke valkuilen zijn er? Lees het in Intervisie voor gevorderden.

Auteur: Erik Weijers

https://www.lancelots.nl/ontwikkelen/samenwerken/intervisie/groep-opzetten Sitemap © Copyright Applinet 2004-heden ColofonAdverteren