Je doet niet wat je zou moeten doen
Als je een groot deel van je werktijd besteedt aan het creëren van de juiste randvoorwaarden voor je eigenlijke werk, dan lijd je waarschijnlijk aan uitstelgedrag. Ook eindeloos internetten of kletsen heeft meestal meer met uitstelgedrag te maken dan met een gebrek aan werklust.
Uitstelgedrag houdt in dat je een moeilijke of vervelende klus die niet onmiddellijk bevrediging geeft, voor je uitschuift. In plaats daarvan ga je iets doen waar je wel meteen voldoening van hebt: een prachtig planningsschema maken of je bureau opruimen. Dit gedrag kan verschillende oorzaken hebben.
Kijk kritisch naar jezelf. Welke beschrijving past bij jou?
- Je stelt jezelf onhaalbare doelen, of je hebt een dergelijke opdracht nooit eerder uitgevoerd en bent bang dat je het niet kunt. Je doet liever niks dan je doelen maar half bereiken. Of je vindt dat je pas aan het werk kunt gaan als je je tot in de puntjes hebt voorbereid.
- Je kunt je er niet toe zetten om werk te doen dat je niet leuk vindt.
- Je bent vaak niet in de goede stemming om een bepaalde klus uit te voeren. Je bent te sloom of juist te onrustig. Dan ga je maar even wat anders doen.
- Je vindt het onaardig om kletspraatjes af te kappen en niet te reageren op gezellige mailtjes. Maar terwijl je staat te kletsen, voel je de spanning in je lichaam toenemen doordat je weet dat je je tijd hard nodig hebt om die deadline te halen.
- Je weet eigenlijk niet precies wat er van je wordt verwacht; bij nader inzien is de opdracht onduidelijk. Of misschien ben je wel tot de conclusie gekomen dat je het echt niet kunt en de opdracht niet had moeten aannemen. Omdat je dat niet durft toe te geven, schuif je het werk steeds voor je uit.
Past beschrijving 1 bij jou, dan ben je erg perfectionistisch. Herken jij jezelf vooral in beschrijving 2, dan vind je het moeilijk om je te motiveren voor vervelende klussen. Is beschrijving 3 op jou van toepassing, dan houd je geen rekening met je bioritme. Ga je uitstelgedrag te lijf.
Past beschrijving 4 of 5 bij jou, dan is een gebrek aan assertiviteit je grootste probleem. Je bent bang dat mensen je niet aardig of sociaal vinden als je je werk laat voorgaan. Of dat een opdrachtgever je onprofessioneel vindt als je met vragen komt of de opdracht teruggeeft. Zet je hierover heen en word assertiever.
Auteur: Marieke van Osch